Klaas van Essen
1783-1867, Schaapherder
Klaas van Essen werd op 25 februari 1783 geboren op de nog steeds bestaande boerderij ‘De Meerhoeve’ onder Garderen, als zoon van Jan van Essen en Gerritje Klaassen. Hij overleed op 16 januari 1867 te Ermelo.Van Essen bleef ongehuwd.
http://www.historici.nl/media/bwg/images/1/-012.jpg
Klaas van Essen, aquarel. (foto: P. van Essen)

De uitgestrekte heidevelden waaruit een groot deel van de Veluwe tot ver in de 19e eeuw bestond, waren uitermate geschikt voor het houden van schapen. Met de kostbare schapenkeutels konden de akkers bemest worden en het gegraas van de schapen hield de heide kort en de ruimten open. Hierbij moet niet denken aan enkele kudden. Rond 1840 ging het in totaal om 39.620 schapen! In Doornspijk liepen er 2.300 schapen, in Ermelo 4.800 schapen, in Oldebroek 3.000 schapen en in Putten 2.100 schapen. Daarnaast waren er nog de ‘driftschepers’ die met hun kudden door het gehele land trokken en soms ook wel daarbuiten. Bijna elke grote boer had wel een kudde, waarvan de zorg werd toevertrouwd aan een herder. Die verdiende niet veel, hooguit enkele tientjes per jaar. Als bijverdienste werd hem wel toegestaan enkele schapen voor zichzelf te houden. De meeste herders zijn in de anonimiteit verdwenen, maar dat gaat niet op voor Klaas van Essen.

Toen tijdens de Napoleontische overheersing alle mannen tussen de twintig en de veertig jaar zich in 1811 als dienstplichtigen moesten laten registreren, riep dat alom verzet op. Zo ook bij Klaas van Essen. Iedereen die het maar horen wilde, vertelde hij dat hij niet van plan was voor die Fransen te gaan vechten. En hij verklaarde iedereen voor gek die dat wel wilde. Om aan te geven dat hij meende wat hij zei, rukte hij berichten van de overheid van de bomen. Dit aanzetten tot verzet bleef natuurlijk niet onopgemerkt. Klaas dook weliswaar onder, maar de Fransen wisten hem toch te pakken te krijgen en zetten hem gevangen in Utrecht. Tot een veroordeling is het niet gekomen, want bij de eerste de beste gelegenheid wist Klaas te ontsnappen. Vrij rondlopen was er niet meer bij, hij moest onderduiken en waar kon dat beter dan op de heide tussen Uddel, Garderen en Kootwijk? Er woonden daar nauwelijks mensen en de Fransen lieten zich daar niet zien. Om te overnachten bouwde hij plaggenhutten en op vaste plaatsen legden familie en bekenden voedsel en kleding, zodat hij op de hei kon blijven zwerven. Vooral Trijntje Bakker, later beter bekend als ‘ouwe Trien’, en haar broer Willem hielpen de onderduiker met wat ze maar missen konden.

Door de nederlagen in Rusland begonnen de Fransen zich in 1813 terug te trekken uit Nederland tot ze uiteindelijk bij Waterloo werden verslagen. Op 30 november 1813 landde de zoon van Willem V, de latere Koning Willem I, in Scheveningen. Het grote nieuws bereikte ook Klaas, maar ondanks het vertrek van de Fransen voelde hij er weinig voor om zijn zwervend bestaan op te geven.Wat uit nood was geboren werd een vrijwillige keuze. Hij was nu echter niet meer alleen, maar hij trok over de heide met een kudde schapen. Hij vervreemdde wel steeds meer van de mensen. Als hij in de verte een herder met kudde zag aankomen, ging hij gauw de andere kant uit. Zelfs zijn familie, die hem vroeger had geholpen, zag hem nauwelijks. Het viel daarom des te meer op dat de weinige mensen waar Klaas nog wel contact mee had niet tot de geringsten behoorden: de latere koning Willem III en zijn broer prins Frederik. Nu was het zo dat de bewoners van Uddel en omgeving, zo dicht bij Paleis Het Loo, nogal gemakkelijk contact legden met de Oranjes. Beide kanten werden nauwelijks gehinderd door een afstandscheppend protocol. Daarbij kwam nog dat de Van Essens altijd al aanhangers van het Huis van Oranje, Prinsgezinden, waren geweest. Schaapherder Klaas en de beide prinsen konden het zo goed met elkaar vinden, dat ze regelmatig uren met elkaar van gedachten wisselden in het plaggenhutje in het Speulder- en Sprielderbos. Bewonderden de prinsen het vrije leven van een schaapherder? Gaf Klaas – door eenzaamheid en stilte wijs geworden – hen een frisse kijk op het leven? Waren de gesprekken van Koning Willem III met Klaas een verademing, vergeleken bij die van de Koning met zijn ministers? Waar deze gesprekken over gingen is helaas niet meer te achterhalen.

Ook aan de omzwervingen van Klaas van Essen kwam een eind. Op 16 januari 1867 sloot hij voorgoed de ogen. Zijn graf in Garderen kan nog steeds bezocht worden. Het bestaat uit een liggende steen, omgeven met een ijzeren hekwerk. De erkentelijkheid van de Oranjes ging zo ver, dat Willem III drie jaar na het overlijden van Klaas de Zutphense steenhouwer Revelman opdracht gaf een grafzerk voor hem te maken. Op de steen staat gebeiteld: “Hier rust Klaas van Essen, Geb. 25 Februari 1783, Overl. 16 Januari 1867. In 41 leven schaapherder aan het Uddelermeer. De dankbare Prinsen uit het huis van Oranje. Z.M. Koning Willem III, Z.K.H. Prins Frederik der Nederlanden”. Het onderhoud van het graf wordt tot op de dag van vandaag betaald door de koninklijke familie. De man die tijdens zijn leven niet wilde opvallen, valt nu op met zijn goed onderhouden ‘koninklijk’ graf.

Maar er zijn nog andere aanwijzingen van de goede band tussen Klaas en het koningshuis. Er bestaat een aquarel van Klaas van Essen, die misschien vervaardigd is naar een olieverfschilderij van de hand van de ‘Oranje-schilder’ Nicolaas Pieneman. Het schilderij is verdwenen; de aquarel is via vererving uiteindelijk in Australië terecht gekomen.

Literatuur

  • J. Gazenbeek, De Veluwe, luisterrijk land tussen Randmeer en Rijn, Wageningen 1966
  • G. Wetzel, Sprokkelen op de Noordwest-Veluwe, 2, 1975

Bronnen

  • Dagblad Trouw, 21 februari 1983
  • Gesprek met de heer P van Essen, 23 mei 1997
M. Kok
Uit: Biografisch Woordenboek Gelderland, deel 1, Bekende en onbekende mannen en vrouwen uit de Gelderse geschiedenis. Redactie: drs P.W. van Wissing, drs R.M. Kemperink, dr J.A.E. Kuys en E. Pelzers. Verloren Hilversum, 1998, pagina's 40-41.