Johan Vos
1908-1994, Achterhoeker en Publicist
Johan Gerard Vos (Johnny) werd geboren op 16 september 1908 te Eibergen en overleed op 6 november 1994 te Doetinchem. Hij was de zoon van Jannes Vos en Jantje van Veenen. Op 17 juni 1941 huwde hij Johanna Wilhelmina Krekel (Mien),geboren op 6 september 1913 te Lochem en overleden op 10 april 1996 in Terborg.Uit het huwelijk werden geen kinderen geboren.
http://www.historici.nl/media/bwg/images/2/-040.jpg
Johan Vos (foto: collectie A. Jansen, Culemborg)

“Ik geleuf da’k daor al eens een stuksken oaver eschreven heb” zei Johan Vos tegen iemand die hem wees op iets bijzonders. Geen wonder dat hij dat kon zeggen, omdat hij gedurende 46 jaar in De Graafschapbode stukjes schreef over – vooral – de natuur in de Achterhoek en Liemers.

Johnny Vos kwam uit een socialistisch gezin. Zijn vader was hoofdonderwijzer in Eibergen en kreeg nogal eens problemen door zijn uitgesproken voorkeur voor het vroege socialisme. Waarschijnlijk heeft Vos zijn vrouw Mien ontmoet in een kamp van de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) te Vierhouten.

In het begin van zijn arbeidzame leven heeft Vos het langst gewerkt bij de Waterleidingmaatschappij OostGelderland (WOG) te Aalten. Zijn taak was ervoor te zorgen dat de mensen in het buitengebied zich ook aansloten op het ‘WOG-water’. De meeste boerderijen hadden nog hun eigen waterput en Vos probeerde de mensen te overreden zich te laten aansluiten op het gezondere waterleidingwater. Als hij een paar mensen per week overhaalde was zijn werk gedaan en kon hij zich aan de natuur wijden. Het contact met de mensen in de streek en het feit dat hij alles op de fiets deed hebben niet weinig bijgedragen aan zijn grondige kennis van natuur, volksverhalen, folklore, streekgeschiedenis en dialecten. In 1947 kwam Vos te werken bij de Belastingdienst in Doetinchem, waar hij tot aan zijn pensioen bleef.

In 1941 begon hij voor De Graafschapbode stukjes over de natuur te schrijven. Op 30 december 1987 verscheen de laatste bijdrage van zijn hand in de rubriek ‘Natuurleven’, onder de titel ‘De huiskrekel bij het haardvuur’, een stukje dat karakteristiek voor hem is. Elementen van streekgeschiedenis, dialect en natuurwaarnemingen worden daarin tot een aangenaam en pretentieloos verhaal ineengevlochten. Vos was een rasverteller en een graag geziene gast op excursies en samenkomsten van de natuurhistorische vereniging (KNNV) te Doetinchem en de diverse organisaties die zich met het streekeigene bezighouden. Uit zijn artikelen komt hij naar voren als een man die op een eenvoudige manier aandacht vraagt voor allerlei zaken in Achterhoek en Liemers en niet te vergeten Westfalen. Deze streek in Duitsland lijkt wat natuur en dialect betreft op de Achterhoek en ook daar heeft Vos veel gezworven. Zijn kracht lag in zijn vermogen een onderwerp in een brede context te plaatsen, waarin natuur en cultuur dooreengevlochten waren, waardoor dat een breed publiek aansprak. Hij ging ook niet over een nacht ijs. Als hij iets opschreef dan was dat gedegen voorbereid en nageplozen. Hij had een hekel aan fantasie in zijn verhalen. Wist hij iets niet, dan liet hij dat ook duidelijk merken.

Zijn werk heeft waardering geoogst. In 1981 werd hij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau en ontving hij de oorkonde van verdienste van de Oudheidkundige Vereniging ‘De Graafschap’ en in 1990 kreeg hij het ‘Verdienstkreuz am Bande des Verdienstordens der Bundesrepublik Deutschland’. Hij kreeg deze onderscheiding voor zijn “langjähriges Engagement zur Verbesserung der niederländisch-deutschen Beziehungen, seinen Einsatz für die Verständigung der Menschen über die Grenze hinweg und den Abbau wechselseitiger Vorbehalte”. Ook in 1990 werd hij genomineerd voor de Heimans-en-Thijsseprijs, maar het bleef bij een kandidatuur, omdat de prijs aan een meer landelijk bekend persoon werd toegekend.

Vos publiceerde na de Tweede Wereldoorlog verscheidene boeken, onder meer over het volksleven in de Achterhoek en een wandel- en fietsboek. In 1957 verscheen nog zijn boek Achter Rijn en IJssel, dat hem toen een zekere bekendheid gaf. Hij maakte dit boek in samenwerking met de fotograaf Wim K. Steffen uit Velp. Het bekendst is hij echter geworden door de wekelijkse natuurrubriek in De Graafschapbode.

Werken

  • Achter Rijn en IJssel: zwervend door Achterhoek en Liemers, Amsterdam 1957
  • Volksleven en volksgeloof tussen haol en sulle, Doetinchem 1977
  • ‘Plant, dier en omgeving’, in: H. Harmsen en J. Stegeman, Spiegel van een eeuw Oostgelders leven, 1879-1979, Arnhem 1979, 176-184
  • De Lebbenbrugge. Het karakteristiek 16e-eeuws boerenhuis met zijn opmerkelijke interieur en eigen sfeer, Borculo 1980
  • (met G.J.B. Stork) Het land van de Oude IJssel en zijn Waterschap, Terborg 1980
  • 250 jaar brandweer te Eibergen, Eibergen 1981

Literatuur

  • De Graafschapbode, 17 november 1994
  • B.J. Dorrestijn, ‘Bij het verscheiden van Gerard Abram Willem Boerkoel en Johan Gerard Vos’, in: Contactorgaan van de oudheidkundige werkgemeenschap Aalten-DinxperloWisch, december 1994, 2
  • W. van Keulen, ‘In Memoriam J.G. Vos’, in: ’t Meistersbenksken: Berichten Oudheidkundige Vereniging ‘De Graafschap’, nr. 41 (januari 1995), 4-5

Bronnen

  • Archief van de Heimans en Thijsse Stichting te Amsterdam, Kenniscentrum betreffende de geschiedenis van de natuurbescherming, documentatie personen
  • Stichting Staring Instituut, Doetinchem, algemene collectie, documentatie betreffende Johan Vos
  • Mondelinge mededelingen van dr. A. Jansen te Culemborg (1998) en A.A. Benning-van Ballegooien te Doetinchem (1997)
  • Dr. A. Jansen te Culemborg, fotocollectie betreffende Johan Vos
J.H.H. Zwier
Uit: Biografisch Woordenboek Gelderland, deel 2, Bekende en onbekende mannen en vrouwen uit de Gelderse geschiedenis. Redactie: dr J.A.E. Kuys (eindredactie), drs R.M. Kemperink, E. Pelzers en drs P.W. van Wissing. Verloren Hilversum, 2000, pagina's 110-112.