Johannes Antonius Tenten
1884-1962, Timmerman en Aannemer
Johannes Antonius (Jan) Tenten werd geboren op 19 april 1884 te Lichtenvoorde. Zijn ouders waren Johannes Tenten (1835-1915) en Berendina Boschker (1843-1914). Op 5 (kerkelijk 9) juni 1909 trad hij in het huwelijk met Johanna Boekelder (1883-1974). Het echtpaar kreeg dertien kinderen,van wie er drie reeds als zuigeling overleden.Jan Tenten stierf op 21 oktober 1962 in Lichtenvoorde.
http://www.historici.nl/media/bwg/images/3/-047.jpg
Jan Tenten en zijn echtgenote Johanna Boekelder (foto: particuliere collectie)

Johannes Antonius Tenten kwam op zaterdag 19 april 1884 ter wereld in een kleine, thans nog bestaande boerderij aan de Aaltenseweg te Lichtenvoorde. Hij was het zevende kind van Johannes Tenten en Berendina Boschker. Van die zeven overleden er twee in hun eerste levensjaar, terwijl een dochter op achttienjarige leeftijd overleed. Het boerenbedrijf van Johannes Tenten leverde te weinig op om in de kosten voor levensonderhoud te voorzien. Als expediteur verdiende hij met paard en wagen een centje bij. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat zijn drie zoons een ander middel van bestaan zochten: de oudste zoon, Gradus Antonius (Toon), werd schoenmaker; de middelste, Gradus Johannes (Gerrit), werd, na enige tijd in een fabriek gewerkt te hebben, kruidenier; de jongste, Jan, leerde na de lagere school doorlopen te hebben het vak van timmerman.

Op vrijdag 5 juni 1909 trad Jan Tenten in het huwelijk met de Ruurlose boerendochter Johanna Boekelder. Dinsdag 9 november werd het huwelijk kerkelijk ingezegend in de St.-Bonifaciuskerk te Lichtenvoorde. Het jonge echtpaar bleef op de boerderij aan de Aaltenseweg wonen, die in augustus 1913 door Jan Tenten van zijn ouders gekocht werd. Jan en zijn vrouw zouden dertien kinderen krijgen, van wie drie in hun eerste levensjaar overleden. Omdat de woning te klein werd voor het gezin en omdat Jan Tenten kapitaal nodig had, werd de boerderij reeds in 1916 verkocht aan de plaatselijke klompenmaker. Na enige tussenstops vestigde de familie Tenten zich in een woning aan de Lievelderweg 20.

Aanvankelijk werkte Tenten in loondienst, eerst in Varsseveld, later in Zutphen. Geleidelijk aan begon hij echter steeds meer voor zichzelf te werken. Zo ontstond uiteindelijk in 1924 het aannemersbedrijf Tenten. Aannemersbedrijven waren toentertijd nog niet de grote ondernemingen die het nu zijn; die schaalvergroting dateert uit de jaren ’70 van de vorige eeuw. Veelal waren de bedrijven bovendien redelijk gespecialiseerd in één onderdeel van het bouwwezen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat dit in het geval van de firma Tenten timmerwerkzaamheden betrof. Omdat er bij het huis te weinig ruimte was, huurde Jan Tenten aan de Koksdijk, de huidige Edisonstraat te Lichtenvoorde, een werf, een grotendeels uit hout opgetrokken bedrijfspand. Hier werden de bouwmaterialen opgeslagen en werden in het winterseizoen voorbereidende werkzaamheden voor de bouwactiviteiten in de lente en zomer verricht. Te denken valt daarbij aan het vervaardigen van kozijnen, deuren, en dergelijke.

De opdrachten waren in de jaren ’20 en ’30 niet erg ruim voorhanden; ze bestonden voornamelijk uit het bouwen en repareren van huizen. Toch wist Jan Tenten samen met zijn collega-aannemer Frans Doppen in juni 1932 een groter project binnen te halen. In opdracht van het bestuur van de net opgerichte School met den Bijbel te Vragender bouwden zij voor het bedrag van ƒ 23.800,– in vijf maanden tijd een schoolgebouw en woonhuis voor de hoofdonderwijzer. Hiermee was de naam van de firma Tenten gevestigd. Hoewel traditioneel vakmanschap bij hem hoog in het vaandel stond, zag Jan Tenten in dat moderne middelen in het voordeel van zijn bedrijf konden werken. Zo beschikte de firma in 1929 over een bedrijfsauto en reed Tenten zelf op de motor naar de klanten en projecten.

Mensen die Jan Tenten gekend hebben, omschrijven hem enerzijds als een eigenwijze, soms moeilijke man, maar anderzijds als iemand die zeer sociaal begaan was. Tenten was zeer vroom katholiek en dat zal zijn levenshouding zeer zeker beïnvloed hebben. Hoe groot zijn gezin ook was, de deur van zijn huis stond altijd open voor anderen. Zo kwam in 1935 de toen driejarige Betsy Kuipers als pleegdochter in huis wonen. Omdat Betsy’s ouders niet voor haar konden zorgen, hebben Jan Tenten en zijn vrouw haar opgevoed. Ook verbleven Jans oudere broer Toon en zijn vrouw door omstandigheden enige tijd in huize Tenten aan de Lievelderweg.

De oorlogsjaren waren in meerdere opzichten moeilijke tijden. Werk was er nauwelijks. Jan Tenten dacht er niet aan om opdrachten van de bezetter te aanvaarden. Zoals de meeste Nederlanders heeft Tenten niet actief aan het verzet deelgenomen; hij had te veel te verliezen. Hij maakte zich dan ook grote zorgen om zijn oudste zoon, Jan jr., die wel lid was van de plaatselijke verzetsbeweging. De oorlogshandelingen wekten wel de nieuwsgierigheid; volgens de overlevering kroop Jan Tenten tijdens bombardementen op handen en voeten naar de voordeur om te kijken wat er gaande was.

Zo weinig werk er was in de oorlog, zoveel was er nadien tijdens de wederopbouw te doen. Aannemersbedrijf Tenten had overal projecten. Zo werd in Dodewaard een steenfabriek met ringoven opnieuw opgebouwd. In de jaren ’50 begonnen de zaken steeds beter te lopen. Jan Tenten had toen zo’n zeven man in dienst. Daarnaast werkten zijn drie oudste zoons voltijds, dan wel geregeld mee. Bovendien verzorgde een andere zoon, die zijn eigen accountantskantoor had, de boekhouding van het bedrijf.

In 1958 vond Tenten het tijd om terug te treden; hij was toen reeds 74. Zijn zoon Jan jr. zette het bedrijf voort en bouwde het verder uit. Na diens dood in 1977 namen zijn zoons het over. Toen het er als gevolg van de genoemde schaalvergrotingen in de jaren ’70 niet naar uitzag dat het aannemersbedrijf op rendabele wijze kon worden voortgezet, besloot men de onderneming om te vormen tot een trappenfabriek. De thans nog altijd bestaande Trappenfabriek Tenten B.V. te Lichtenvoorde bleef zo dicht bij zijn oorsprong: het timmervakmanschap.

Jan Tenten heeft dit alles niet meer meegemaakt. In oktober 1962 werd hij met hartklachten opgenomen in het ziekenhuis van Lichtenvoorde. Op zondagochtend 21 oktober overleed hij, na de hoogmis via de radio te hebben gevolgd, aan de gevolgen van een hartinfarct. Johannes Antonius Tenten werd begraven op de rooms-katholieke begraafplaats te Lichtenvoorde.

Literatuur

  • H. Bennink, Vragender van verleden naar heden, Enschede 1997
  • Bronnen

    • Collectie auteur, afschrift van een koopakte, opgemaakt op 29-8-1913 door notaris P .Th. Vos te Lichtenvoorde
    • Trappenfabriek Tenten B.V., Lichtenvoorde, Archief Aannemersbedrijf Tenten B.V.
    M.V.T.Tenten
    Uit: Biografisch Woordenboek Gelderland, deel 3, Bekende en onbekende mannen en vrouwen uit de Gelderse geschiedenis. Redactie: drs. C.A.M. Gietman (eindredactie), drs. R.M. Kemperink, dr. J.A.E. Kuys, E. Pelzers en drs. P van Wissing .W.. Verloren Hilversum, 2002, pagina's 134-136.