Louis Frequin
1914-1998, Journalist, Verzetsman en Hoofdredacteur
Louis Hendrik Antonius Frequin werd geboren in Arnhem op 29 juli 1914 als zoon van Jan Louis Hendrik Frequin en Antonia Maria Johanna Peters.Hij trouwde op 12 juli 1940 in Arnhem met Berdina Everdina (Diny) Evers (1913-1992). Het echtpaar kreeg vier zonen (Willibrord, Titus, Jan-Maarten,Vincent) en vier dochters (Annemieke, Eleutheria, Marie-Louise, Veronique). Louis overleed in Berg en Dal op 13 oktober 1998.
http://www.historici.nl/media/bwg/images/3/-016.jpg
Louis Frequin (foto:

Louis Frequin groeide op in Arnhem in een beschermde, rooms-katholieke omgeving. Zijn vader was meteropnemer bij het gemeentelijk gasbedrijf, zijn moeder zorgde voor de zes kinderen. Louis volgde lager onderwijs in zijn geboortestad. De middelbare school maakte hij niet af. Twijfelend tussen toneelspeler en journalist koos hij op zestienjarige leeftijd voor een baan bij De Gelderlander, de krant die hij zijn hele leven trouw zou blijven. In 1930 werd hij redactieassistent, en in 1933 rayonredacteur in de Over-Betuwe met als standplaats Huissen. De selfmade journalist moest daar naast allerhande nieuws ook advertenties vergaren. Zijn flair kwam hem dubbel van pas. In 1939 werd hij reportageredacteur, totdat de krant in 1942 door de bezetting niet meer kon verschijnen.

Kort na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog koos Louis voor een actieve rol in het verzet. Al in 1941 verspreidde hij illegale berichten. Na het verschijningsverbod van De Gelderlander richtte Louis – hoewel autodidact inmiddels een ervaren journalist – de illegale Maasbode op, die hij enige tijd later omdoopte in het Katholiek Kompas. De Sicherheitsdienst had Louis al vroeg in het vizier. Het eerste verhoor onderging hij in 1941. Twee jaar later werd hij voor de eerste keer gearresteerd, na een overval op een distributiekantoor. In mei 1944 werd Louis weer opgepakt door de SD en opgesloten in een dodencel van het beruchte concentratiekamp Vught, waar hij bij verhoren zwaar werd mishandeld. Na zijn overbrenging naar Utrecht ontsnapte hij door de chaos op Dolle Dinsdag uit zijn gevangenschap. Ondergedoken in Utrecht en Klarenbeek, werd hij door het Duitse Obergericht bij verstek veroordeeld. De gebeurtenissen in de oorlog hebben Louis getekend. Het zicht op de dood heeft naast de onvoltooide studie een stempel gedrukt op zijn latere leven. Zijn novelle De man die achter bleef legt daarvan getuigenis af, zijn latere werk bij de krant ook. Na de oorlog werd hij beticht van rechtse sympathieën, niet ongewoon in sommige kringen. Hij zou voor de oorlog lid zijn geweest van het Zwarte Front. Louis heeft steeds gezegd en geschreven: “Ik ben nimmer lid geweest van het fascistische Zwarte Front, wel korte tijd van het Nationaal Front, dat zich fel keerde tegen de NSB.”

Na de bevrijding in mei 1945 werd Louis Frequin hoofdredacteur van De Gelderlander, als opvolger van Uri Nooteboom, die na het herverschijnen in september 1944 de krant was gaan leiden, maar door een granaatinslag begin 1945 om het leven kwam. Louis zou in de jaren die volgden, duidelijk de koers van de krant gaan bepalen, als een vader voor zijn journalisten, met alle voors en tegens die bij een stevig vaderschap horen. “Hoofdredacteur, ik wilde gaan trouwen”, zo vroegen jongere collega’s hem eerbiedig, wanneer hun huwelijksboot langszij kwam. Hij stelde hoge eisen aan zijn medewerkers: Louis tegenspreken was ongebruikelijk. Jonge en oudere journalisten volgden – soms na enige discussie – met overtuiging zijn zelfbewuste lijn. Hij was inspirator en drijvende kracht, schrijver van pittige commentaren, maar ook bezorgd hoeder van het karakter van zijn krant. Regio en katholiek waren onmiskenbaar de trefwoorden, hoewel Louis ook werkte aan een landelijke uitstraling. Zijn kwaliteiten – hij was een goed schrijver, had een grote uitstraling, was wel wat ijdel maar had ook een feilloze intuïtie voor wat nieuwswaardig was – dwongen alom bewondering af, zijn pittige stellingname ook. Wel vroeg menig collega zich af, hoe zijn vasthouden aan ingenomen standpunten te rijmen was met zijn barmhartigheid op het persoonlijke vlak.

Louis was de man van de grote reportagereizen, onder meer naar Rusland en Amerika, maar ook de columnist, die onder de naam Willem de Wael polemische bijdragen schreef. Louis was daarnaast netwerker ‘avant la lettre’, ook in professorale kringen, waarvoor hij een grote bewondering koesterde. Tijdgenoten verklaren zijn ontzag voor academici uit zijn voortijdig vertrek uit de schoolbanken. In de jaren ’60 was Louis betrokken bij de oprichting van Brandpunt, het befaamde actualiteitenprogramma van de KRO, waar oudste zoon Willibrord op zijn voorspraak ook aan de slag ging. Met zijn eigen programma Gastenboek, eveneens voor de KRO-TV, introduceerde Louis als eerste journalist in Nederland de ‘talkshow’. Hij sprak op voet van gelijkheid met zijn excellente gasten, wat in die dagen veel opzien baarde. Ministers, bisschoppen en hoogleraren voelde hij onbevangen en zelfbewust aan de tand. Hij raakte bevriend met mannen als kardinaal Alfrink en Toon Hermans, zonder zijn onafhankelijkheid in de waagschaal te stellen. Hij haalde van tijd tot tijd bekende Nederlanders naar Berg en Dal, waar zij op zijn nadrukkelijk verzoek opvallende preken verzorgden in zijn parochiekerk. Louis was vooral op dreef wanneer hij de barricaden op moest, zoals bij de verdediging van de KVP tegenover de PvdA. Toch nam hij stelling tegen het bisschoppelijk mandement van 1954, omdat hij tegelijk een strijder en een man van de dialoog was, ook met zijn journalisten, van wie hij tegenargumenten wilde horen, ook als zijn wil (bijna) wet was. Met zijn “Blijf optimist tot in de kist” wist de Bourgondiër de discussie te relativeren.

Hij behoorde tot de kleine groep van toonaangevende hoofdredacteuren – Romme, later Lücker bij de Volkskrant, Voskuil bij Het Vrije Volk – die als kinderen van hun tijd stonden voor de verdediging van hun zuil, maar tegelijk respect hadden voor de mannen en vrouwen die anders dachten. Louis besteeg opnieuw de barricaden, toen De Telegraaf begin jaren ’70 zijn krant wilde overnemen. Die poging mislukte grotelijks, niet in de laatste plaats omdat Louis binnen en buiten De Gelderlander alle krachten mobiliseerde om zijn erfgoed te beschermen tegen die voor hem onaanvaardbare overval. Louis Frequin heeft de grote veranderingen in de Nederlandse dagbladpers nog gedeeltelijk meegemaakt, zij het op enige afstand, doordat hij zich na zijn vertrek op 31 augustus 1977 niet meer met de krant bemoeide. Hij popelde wel, maar wilde zijn opvolgers, eerst Frans Hulskorte, daarna Henk Kuyt, niet voor de voeten lopen. De fusie van Audet, waarvan De Gelderlander intussen deel uitmaakte, met het Brabantse Teulingsconcern tot het VNU-concern volgde hij met cynisme. De latere overname van VNU door Wegener zou Louis ongetwijfeld met afschuw hebben vervuld. Louis werd meermalen onderscheiden, ook internationaal. De ridder én officier in de Orde van Oranje Nassau was tevens ridder in de Orde van Sint Gregorius de Grote. Daarnaast droeg hij het Verzetsherdenkingskruis. Louis raakte na 1980 weliswaar buiten beeld, maar niet in vergetelheid. Hij schreef enkele biografieën en bleef bestuurlijk actief, onder meer bij Pax Christi. Van belang was ook dat zijn relaties en vrienden hem bleven opzoeken. Het overlijden van zijn vrouw Diny, met wie hij alle lief en leed had gedeeld, greep hem wel erg aan. Louis Frequin overleed na een kort ziekbed op 13 oktober 1998 in Berg en Dal bij Nijmegen.

Werken

  • De man die achter bleef, Arnhem 1955 (bekroond met de literatuurprijs van de Provincie Gelderland)
  • Ik huil niet om Amerika, Utrecht 1957
  • Ik lach niet om Rusland, Nijmegen 1967
  • Ga maar rustig slapen, Maasbree 1980
  • Wie is Titus Brandsma?Een mens een heilige van onze tijd, Nijmegen 1980
  • A titre personnel. Een biografie van Mr. R.A.H.M. Dobbelmann, New York 1982
  • ‘De Gelderlander na 1945. Van orthodoxie tot pluriformiteit’, in: M. de Coo-Wijgerinck, O.S. Lankhorst en J. Roes (red.), De gezegende pers. Aspecten van de katholieke persgeschiedenis in Nederland tijdens de 19de en 20ste eeuw, Zeist 1989, 283-302

Literatuur

  • M. de Bok en B. Kokke, ‘Louis Frequin, journalist’, in: De Gelderlander, 14-10-1998
  • S. Gieben, ‘Louis Frequin, 1914-1998, katholiek emancipator’, in: Elsevier, 17-10-1998
  • ‘Louis Frequin (1914-1998), katholieke rebel’, in: NRC Handelsblad, 14-10-1998

Bronnen

  • B. Kokke, En dan nog dit, Huissen 2001 (in eigen beheer uitgegeven herinneringen aan De Gelderlander)
  • Ad Lansink
    Uit: Biografisch Woordenboek Gelderland, deel 3, Bekende en onbekende mannen en vrouwen uit de Gelderse geschiedenis. Redactie: drs. C.A.M. Gietman (eindredactie), drs. R.M. Kemperink, dr. J.A.E. Kuys, E. Pelzers en drs. P van Wissing .W.. Verloren Hilversum, 2002, pagina's 52-54.