Nico Berghuijs
1916-2003, Militair en Bestuurder
Nicolaas Berghuis werd op 31 mei 1916 te Amersfoort geboren als zoon van generaal-majoor Gerrit Berghuijs (Kampen 10 mei 1884-Apeldoorn 5 april 1953) en Christina Berghuijs-Vels Heijn (IJsselstein 1 november 1888-Apeldoorn 3 juli 1970). Op 11 juni 1946 vond te Oisterwijk het huwelijk plaats met Guda Nelly Aijer, geboren te Zaandam op 1 september 1923. Samen kregen zij drie kinderen. Nico Berghuijs overleed op 19 april 2003 te Buren.
http://www.historici.nl/media/bwg/images/6/-005.jpg
Nico Berghuijs tijdens zijn Burense periode (foto: C. Hoogteijling, Regionaal Archief Rivierenland, locatie Buren, collectie Hoogteijling)

Nicolaas Berghuijs werd geboren in een officierenfamilie waarvan verscheidene leden de rang van opperofficier bekleedden. Na het basis- en voortgezet onderwijs in achtereenvolgens Amersfoort, Breda en Vlissingen te hebben doorlopen, volgde hij in 1935-1936 de school voor Reserve Officieren Infanterie te Breda en in 1936-1938 de Koninklijke Militaire Academie in dezelfde plaats. In augustus 1938 werd hij als tweede luitenant in Amersfoort gelegerd. Het jaar daarop werd fort Asperen zijn standplaats; daar voerde hij in mei 1940 het bevel. Een poging om op 10 mei 1942 via Marc-en-Barreul bij Rijsel naar de geallieerden te vluchten mislukte, omdat de gids niet kwam opdagen. Twee dagen later meldde Berghuijs zich bij de Duitse bezetter en werd via Neurenberg/Langwasser en Stanislau afgevoerd naar een krijgsgevangenkamp in Neubrandenburg, waaruit hij op 28 april 1945 bevrijd zou worden. Teruggekeerd in Nederland leerde hij zijn latere vrouw kennen in het huis van zijn broer. Inmiddels had hij zich opgegeven voor de bevrijding van het toenmalige Nederlands-Indië en volgde daarvoor in Glasgow een herscholing. Als gevolg van de capitulatie van de Japanse strijdkrachten was een bevrijdingsactie van de baan en volgde opnieuw een herscholing, nu als instructeur, wel nog steeds voor Nederlands-Indië. In de tussentijd begon hij uitvoerig met Guda Aijer te corresponderen en bij terugkeer uit Engeland volgde al snel een officiële verloving, gevolgd door een huwelijk. In september 1946 vertrok hij naar Nederlands-Indië om hier, na eerst een staffunctie bekleed te hebben, als compagniecommandant bij de Grenadiers deel te nemen aan de eerste politionele actie. In 1948 werd Berghuijs teruggeroepen naar Nederland en betrokken bij de heroprichting van de Koninklijke Militaire Academie. Bij de inhuldiging van koningin Juliana was hij commandant van de erecompagnie Grenadiers. De volgende stap was het volgen van de Hogere Krijgsschool te Wassenaar; daarna kwam zijn carrière in een stroomversnelling. Zo bekleedde hij een functie bij de Europese Defensiegemeenschap te Parijs en werd hij commandant van het Bataljon Limburgse Jagers. Op 1 mei 1971 werd hij benoemd tot Opperofficier Personeel Koninklijke Landmacht.

In het begin van 1973 vonden twee ingrijpende veranderingen plaats in het leven van Berghuijs en zijn gezin. Hij verliet de actieve dienst en men besloot Wassenaar achter zich te laten en te verhuizen naar Buren.

Minister van Defensie H. Vredeling (kabinet-Den Uyl) wilde in 1973 een vergaande reorganisatie van de Nederlandse strijdkrachten doorvoeren. Dit stuitte op groot verzet binnen de militaire gelederen van hoog tot laag. De gemoederen liepen zo hoog op dat Neptunes van de Marine bij wijze van protest rondjes boven ’s-Gravenhage draaiden. De reorganisatie vormde de aanleiding van het zogenaamde Generaalsconflict tussen Vredeling en de militaire top. Berghuijs kon zich niet vereenzelvigen met de wijze van optreden van de legerleiding en bood daarom zijn ontslag aan, dat hem met ingang van 1 september 1973 in de rang van luitenant-generaal werd verleend. Dit hield niet in dat aan zijn integriteit en competentie werd getwijfeld. In maart 1975 nam hij zitting in de Staatscommissie van advies inzake personeelsvoorziening voor de krijgsmacht (de zogenaamde commissieMommersteeg). Verder bekleedde hij onder meer bestuursfuncties bij het Koninklijk Legermuseum en de Stichting Handhaving Traditiën Garderegimenten Grenadiers en Jagers te Arnhem. Deze en andere functies werden alleen dan neergelegd, wanneer een herbenoeming volgens de statuten niet meer mogelijk was. In 1979 volgde tevens een aanstelling tot adjudant in buitengewone dienst van H.M. de Koningin.

De tweede grote verandering in 1973 was de verhuizing naar Buren. Na een hectisch leven wilde het gezin de Randstad verwisselen voor een rustiger plek. In Buren werden toen nieuwe huizen gebouwd en het gezin Berghuijs koos ervoor hier te gaan wonen. Dit luidde tevens een nieuwe fase in het maatschappelijk en bestuurlijk leven van Nico Berghuijs in, nu met de nadruk op het Gelderse. Al snel volgde een benoeming tot kerkvoogd en ook was hij actief betrokken bij de restauratie van de Sint-Lambertuskerk. Uit die tijd stamt nog een anekdote. Bij toeval werd Berghuijs erop geattendeerd dat een onbekend echtpaar de kerk bezichtigde. Bij het aanspreken bleek het te gaan om toenmalig minister van Justitie mr. A. van Agt en diens vrouw. Berghuijs maakte direct van de gelegenheid gebruik en vestigde Van Agts aandacht op de beperkte kerkelijke financiën die beschikbaar waren voor de restauratie. Het gevolg was uiteindelijk een rijkssubsidie. Naast de Burense kerk zette hij zich in voor de restauratie van kerken in Asch, Batenburg en Zoelen, mede vanwege zijn bestuursfunctie bij de Stichting Oude Gelderse Kerken. Een heel scala aan bestuursfuncties volgde, (vice)voorzitter van de VVV te Buren e.o., Comité kanonnen op de wallen van Buren, Oranjevereniging ‘Oranje en Buren’, Nutsspaarbank te Buren, Boerenwagenmuseum te Buren, Probusclub ‘De Lingestroom’, Comité Klavier Klokkenspel Buren, Comité Gedenksteen Broekman, bestuurder bij de Lagere Landbouwschool te Geldermalsen en lid van het College van Curatoren van het Weeshuis Buren. Ook dankt Buren aan hem een replica van het Queen Elisabeths pocket pistol (een kanon). Veelal kwamen initiatieven in de Burense gemeenschap tot stand via de ‘Berghuijs-methode’. Wanneer iets van de grond getild moest worden, werd door Berghuijs na benadering van de juiste personen een comité opgericht en alles in gang gezet.

Zijn belangstelling voor geschiedenis uitte zich naast het actief bekleden van diverse bestuursfuncties ook in het schrijven van vele artikelen over diverse onderwerpen van de Oranjes tot aan de restauratie van kerken. De gegevens hiervoor verkreeg hij niet alleen via archiefonderzoek. Ook tijdens zijn vakanties in Frankrijk besteedde hij veel aandacht aan het cultuurhistorische aspect. Hij had grote interesse in oudere Nederlandse en Franse teksten. Zijn bevindingen werden neergelegd in artikelen, die hij – ondanks zijn hoge leeftijd – met behulp van een computer had geschreven en per e-mail aanleverde. In 1994 ontving hij als blijk van waardering voor zijn publicaties over Gelderse historische onderwerpen en voor zijn inzet voor de restauratie van Gelderse kerken de Martens van Sevenhovenpenning.

Vanzelfsprekend was hij betrokken bij de oprichting in 1996 van de Historische Vereniging Pasqualini te Buren door een kleine groep geïnteresseerden. Van het begin af gaf hij aan geen bestuursfunctie meer te willen bekleden, maar indien dat op prijs werd gesteld, wel als klankbord in de vorm van een adviseurschap te willen meewerken. In de praktijk betekende dit dat hij gewoon aanschoof aan de bestuurstafel en zijn opinie gaf, maar steeds een ieder in zijn waarde liet. Ook het verenigingstijdschrift profiteerde van zijn publicaties.

Bij zijn overlijden in 2003 werd eens te meer duidelijk welke indruk Nico Berghuijs had achtergelaten. Bij de herdenking in de Burense Sint-Lambertuskerk waren alle plaatsen bezet door mensen die hem hadden leren kennen vanuit het militaire en/of maatschappelijke leven. Een stoet van honderden mensen begeleidde Berghuijs naar zijn laatste rustplaats op het Burense kerkhof. Uit de toespraken kwam ook steeds zijn belangstelling voor het menselijke aspect en de schepping in zijn algemeenheid naar voren. Wellicht formeel aandoend, maar niet te verwarren met afstandelijkheid, is de juiste typering van de levenshouding van de mens Berghuijs. Zijn belangstelling kon naar onverwachte en eenvoudige zaken uitgaan. Bij zijn afscheid als voorzitter van de Stichting tot handhaving van de traditiën van de regimenten Grenadiers en Jagers mocht hij een persoonlijk cadeau uitkiezen. Tot ieders verbazing koos hij voor zes kippen en een haan van een speciaal ras, gewoon om van iets simpels te kunnen genieten, luidde zijn verklaring. Inmiddels zijn er vergaande voorbereidingen getroffen voor de plaatsing van een glas-in-loodraam in de Sint-Lambertuskerk ter nagedachtenis aan Berghuijs.

Werken (selectie)

  • Herkregen schoonheid. De Sint-Lambertuskerk van de Hervormde Gemeente Buren, [Buren 1981]
  • ‘Een late hulde aan Maria van Nassau, prinses van Oranje en de mysteries van een vergeten grafkelder in Buren’, in: De Drie Steden. Historisch tijdschrift voor Tiel, Buren en Culemborg 5 (1984), afl. 2, 9-18
  • ‘De verheffing van Buren tot graafschap’, in: De Drie Steden. Historisch tijdschrift voor Tiel, Buren en Culemborg 7 (1986), afl. 3, 10-15
  • ‘De predikant-dichter Izaak van Nuijssenburg 1738-1775, predikant te IJzendoorn, Buren en Geertruidenberg’, in: De Drie Steden. Historisch tijdschrift voor Tiel, Buren en Culemborg 12 (1991), afl. 2, 235-244
  • ‘Een vorstelijk geschenk. Maximiliaan van Egmond, graaf van Buren en het “Queen Elisabeth’s pocket pistol”’, in: Mars en Historia 25 (1991), 109-118
  • Margrita Maria van Falckensteijn: pleegdochter van prinses Maria van Oranje, Tiel 1993
  • ‘De geschiedenis van de St. Catharinakerk te Asch als een phoenix uit zijn as herrezen’, in: Mededelingen van de Historische Kring West-Betuwe 24 (1996), afl. 2, 33-55; afl. 3, 33

Literatuur

  • K.C. Tammes, ‘Toespraak ter gelegenheid van de uitreiking van de erepenning van de gemeente Buren aan de heer Berghuijs’, in: Tijdschrift van de Historische Vereniging Pasqualini te Buren 2002-1, 6-8
  • Bronnen

    • Curriculum vitae ten behoeve van de Probusclub ‘De Lingestroom’, Documentatiemap (oud)bestuursleden archief Historische Vereniging Pasqualini te Buren
    • A.G. Gillissen, Tekst toespraak bij de herdenking in de SintLambertuskerk te Buren, Documentatiemap (oud)bestuursleden archief Historische Vereniging Pasqualini te Buren
    • Interviews op 17 en 24 mei 2006 met mw. G.N. BerghuijsAijer en L. Meijdam, beiden te Buren
    • ww.nrc.nl/Den Haag/Instanties; voor achtergrondinformatie over het Generaalsconflict in 1973
    Ron van Maanen
    Uit: Biografisch Woordenboek Gelderland, deel 6, Bekende en onbekende mannen en vrouwen uit de Gelderse geschiedenis. Redactie: drs. I.D. Jacobs (eindredactie), drs. C.A.M. Gietman, drs. R.M. Kemperink, dr. J.A.E. Kuys, E. Pelzers en dr. P "van Wissing .W.". Verloren, 2007, pagina's 20-23.