Dora Visser
1819-1876, Gestigmatiseerde
Dora (Theodora Johanna) Visser werd op 28 september 1819 in Gendringen geboren als dochter van Theodorus Visser en Anna Hamerslag. Zij overleed op 11 juli 1876 te Olburgen.
http://www.historici.nl/media/bwg/images/2/-039.jpg
Dora Visser (foto: KliB/KDC, Nijmegen)

Dora Visser groeide op in een zeer arm gezin. Haar ouders hadden negen kinderen, van wie zij het middelste was. Haar vader verdiende de kost als dagloner. Dora ging slechts een paar jaar naar school. In 1832, toen ze twaalf jaar oud was, moest ze gaan werken bij een boer in Netterden. Na een maand werd ze echter weer naar huis gestuurd, nadat een koe haar tegen de grond had gestoten en ze een ernstige wond aan haar rechterbeen had opgelopen. De wond herstelde zich niet en Dora werd mank. Later werd bij wijze van therapie de wond regelmatig uitgebrand, een zeer pijnlijke behandeling, maar ook dat hielp niet. Ze kreeg er zenuwaandoeningen door en haar hele onderlichaam raakte zelfs verlamd. Ze bracht de dag door met naaien, breien en ander licht werk. In haar geloof vond Dora troost en steun. Ze was vroom en vastte streng, bad veel en las vaak in de bijbel. Vurig hoopte ze dat zij wonderbaarlijk genezen zou worden. Ze kreeg extasen en visioenen, waarin ze met Jezus Christus, Maria en andere heiligen sprak. Steeds sterker identificeerde ze zich met het lijden van Jezus en legde zich nog meer toe op het vasten.

Op vrijdag 1 december 1843 – ze was toen 24 jaar oud – vertoonde Dora voor het eerst de stigmata, d.w.z. de tekenen van de wonden van Christus. Eerst meende ze dat haar zus Johanna haar met opzet spelden in het hoofd had gestoken. Ze voelde vocht over haar gezicht lopen. Het was bloed, maar een wond was niet te vinden. Dit bloeden duurde de gehele dag. De daaropvolgende vrijdagen herhaalde zich het verschijnsel. Vervolgens gingen ook haar handen, voeten en borst bloeden. Deze bloedingen gingen met hevige pijn gepaard alsof men er een voorwerp in stak. Op haar borstbeen, handen en voeten tekenden zich kruisen af. Op 21 maart 1844, kort na het begin van deze bloedingen, verdween ineens de verlamming.

Het nieuws van haar bloedingen verspreidde zich als een lopend vuurtje. Sommigen zagen hierin een wonder, anderen vonden het bedrog. In maart 1844 verscheen een artikel van die laatste strekking in een plaatselijk veel gelezen blad. De verontwaardiging van Dora’s biechtvader kapelaan Arnold Herfkens en huisarts J.B. te Welscher was groot. Ze zonnen op mogelijkheden om het tegendeel te bewijzen. Die gelegenheid kwam snel. Dora voorspelde dat ze op Goede Vrijdag (6 april) zou bloeden uit al haar wonden. Zij werd daarop door biechtvader en huisarts scherp bewaakt om elk bedrog uit te sluiten. Ook nu kwam haar voorspelling uit. Ze bloedde uit alle wonden zonder dat bedrog kon worden geconstateerd. Op grond van zijn bevindingen publiceerde Te Welscher een verweerschrift in hetzelfde blad, dat later ook als brochure werd uitgegeven.

Spoedig na het verschijnen van de artikelen luwde de publiciteit rond haar. Wellicht was daarop ook van invloed dat Herfkens, de pastoor en Te Welscher kort daarna naar elders verhuisden. De nieuwe pastoor H.J. Harperink liet zich zo min mogelijk met haar in. Intussen kreeg Dora veel verzoeken om gebed en hielp ze mensen door hun pijn of lijden over te nemen. Har- perink kon echter niet voorkomen dat ze opnieuw in opspraak kwam, toen in 1853 Antonius (Teus) Kerkhof (1825-1908) kapelaan in Gendringen werd. Kerkhof werd Dora’s nieuwe biechtvader en geestelijk leidsman. Hij zag in haar een religieus hoogbegaafde vrouw en stelde alles op schrift wat hij over haar te weten kwam. Tussen beiden ontstond een hechte band. Het ging Kerkhof meer en meer aan het hart dat hij van zijn pastoor aan haar geval geen ruchtbaarheid mocht geven. Er ontstond een hooglopend conflict. Toen Dora bovendien politieke voorspellingen ging doen, bemoeiden ook de deken en de aartsbisschop van Utrecht zich ermee. Op last van hen moest Kerkhof in 1859 zijn bezoeken aan Dora verminderen. De aartsbisschop dreigde met overplaatsing. Dora sprak de kapelaan moed in en kondigde hem als teken de genezing van haar been aan, die op 21 november 1859 na 27 jaar inderdaad plaatsvond. Ook voorspelde ze dat de bloedingen voortaan nog slechts driemaal per jaar op drie kerkelijke feestdagen zouden optreden. Zo gebeurde. Alleen het kruis op haar borstbeen bleef permanent aanwezig. Na haar genezing kon Dora weer lopen. In 1861 werd Kerkhof benoemd tot kapelaan in het nabijgelegen Zieuwent, vanwaaruit hij Dora regelmatig bleef bezoeken. In 1864 werd hij benoemd tot pastoor in het Groningse Kloosterburen. Dora en haar zus Johanna gingen als huishoudsters mee. Ook toen hij in 1872 werd overgeplaatst naar Olburgen, gingen ze mee. In 1876 stierf Dora, 56 jaar oud, in Olburgen na een langdurig en pijnlijk ziekbed. Kerkhof werkte zijn notities over haar uit met het oog op een eventuele toekomstige publicatie. Alleen in de directe omgeving is Dora Visser als gestigmatiseerde bekend gebleven.

Stigmatisatie is wel een bijzonder, maar geen uitzonderlijk verschijnsel in de katholieke kerk. Ze wordt beschouwd als een bijverschijnsel van de mystiek. Voor zover bekend, was in de 13de eeuw Franciscus van Assisi de eerste die de lijdenstekenen van Christus vertoonde. Na hem volgden ruim 300 personen, merendeels vrouwen, bij wie stigmata gedocumenteerd zijn. Een bekende gestigmatiseerde, die door zijn heiligverklaring in 1999 recent nog in de publiciteit kwam, is de Italiaanse capucijn Pater Pio (18871968). De meeste gestigmatiseerden werden echter door de kerkelijke autoriteiten met wantrouwen bezien. Volgens onderzoekers, meestal artsen, waren gestigmatiseerden fanatici, hysterici, geestelijk gestoorden. Volgens theologen ging het echter niet aan om de echtheid van religieuze mysteries als stigmatisatie alleen te bepalen op basis van fysiologische gegevens. Tegenwoordig gaat men er algemeen vanuit dat stigmata psychogeen zijn. Sterke inleving kan spontane verwondingen in het lichaam teweegbrengen. De 19de eeuw, de eeuw waarin Dora Visser leefde, was een tijd waarin het lijden van Jezus sterk in de belangstelling stond en veelvuldig zeer realistisch werd uitgebeeld. Het kan niet anders dan dat hierdoor bij haar en andere tijdgenoten een sterke identificatie met het lijden van Jezus en het ontstaan van stigmata werden bevorderd.

Dat de stigmata van Dora Visser van meet af aan zeer omstreden waren, lag niet op de eerste plaats aan haar persoon, maar aan een algemeen heersend scepticisme ten aanzien van stigmata. Verschillende omstandigheden gaven nog bij haar in het bijzonder reden tot wantrouwen. Ze was afkomstig uit een zeer arm en onontwikkeld milieu, had weinig onderwijs genoten en was tevoren al ernstig ziek. De kerkelijke autoriteiten vonden het niet nodig en zelfs niet wenselijk een nader onderzoek in te stellen. Eerst ter gelegenheid van haar honderdste sterfdag in 1976 werd haar geval onderzocht, en wel door de huidarts J. Mali uit Nijmegen. Hij kwam tot de conclusie dat zij een pseudo-gestigmatiseerde was. Haar huidafwijkingen waren volgens hem opzettelijk aangebrachte beschadigingen. Twijfelachtig vond hij de zeer plotselinge genezingen na de zeer accurate voorspellingen. Ook bedenkelijk vond hij het dat heel haar leven beheerst werd door de stigmata. Hij erkende wel dat ze bijzonder veel geleden moet hebben en dat ze zeer religieus was. Een moreel oordeel matigde hij zich dan ook niet aan. Daarvoor blijven de persoon van Dora Visser en ook de achtergrond van haar stigmata te schimmig en te ondoorgrondelijk.

Literatuur

  • R. Biot, Het raadsel der gestigmatiseerden, Helmond z.j.
  • Br. Borchert, Mystiek. Het verschijnsel, de geschiedenis, de nieuwe uitdaging, Haarlem 1989, 41-42
  • [Kerkhof, A.], De gestigmatiseerde Dorothea Visser, Olburgen 1996
  • B. Kerkhoffs, Het mysterie Dora Visser, een Oost-Gelderse gestigmatiseerde, heilige of hysterica?, Doesburg 1991
  • J.W.H. Mali, ‘Wondere wonden. Enige beschouwingen over stigmatisatie naar aanleiding van “de gewondmerkte van Gendringen”, Dorethea Visser (1819-1876)’, in: Jaarboek van het Katholiek Documentatie Centrum 7 (1977), 35-70
  • Welscher, [J.B.] te, Die Stigmatisierte zu Gendringen. Nach genauen Beobachtungen herausgegeben, Borken 1844

Bronnen

  • Archivalia met betrekking tot Dora Visser bevinden zich in het Katholiek Documentatie Centrum te Nijmegen.
  • Meer informatie over Dora Visser is te verkrijgen bij de Stichting Vrienden van Dora Visser, Olburgseweg 1, 7225 NA Olburgen, die elk jaar een nieuwsbrief uitgeeft.
A.M.A.J. Driessen
Uit: Biografisch Woordenboek Gelderland, deel 2, Bekende en onbekende mannen en vrouwen uit de Gelderse geschiedenis. Redactie: dr J.A.E. Kuys (eindredactie), drs R.M. Kemperink, E. Pelzers en drs P.W. van Wissing. Verloren Hilversum, 2000, pagina's 108-110.